Gang van zaken 1999

HBG: 30% winstgroei per jaar verwacht voor 2000 – 2002; resultaat 1999 licht gestegen; Duitsland sterk verliesgevend, maar verbetering in zicht; overige sectoren uitstekende resultaten.

De nettowinst van HBG, Hollandsche Beton Groep nv, nam in 1999 toe tot f 138 miljoen [f 132 miljoen], ofwel f 4,06 [f 3,93] per aandeel. In lijn met de bij de halfjaarcijfers uitgesproken verwachting, is de winst nadelig beïnvloed door zeer omvangrijke verliezen in Duitsland. De groepsmaatschappijen van HBG in alle overige sectoren – met name Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Ierland en de baggersector – hebben zeer goede resultaten gerealiseerd.

Het operationele resultaat vóór belastingen is aanzienlijk verbeterd en bedroeg in 1999 f 200 miljoen [f 150 miljoen].

Aandeelhouders wordt voorgesteld een dividend op gewone aandelen uit te keren ten bedrage van f 1,60 [f 1,55] per gewoon aandeel van f 2,00. Het dividend kan naar keuze van de aandeelhouder geheel in gewone aandelen ten laste van de fiscaalvrije agioreserve worden uitgekeerd, dan wel geheel in contanten worden opgenomen. De keuze dient uiterlijk 24 mei 2000 op de gebruikelijke wijze via bank of commissionair kenbaar te zijn gemaakt.

De omzet steeg tot ruim f 11 miljard [f 10,4 miljard].

Het aantal medewerkers daalde tot 20.266 [22.854] met name door reorganisaties en het afstoten van bedrijfsonderdelen.

De cashflow bleef van een goed niveau en bedroeg f 343 miljoen [f 343 miljoen], ofwel f 10,09 [f 10,21] per gewoon aandeel.


Winstverwachting

Gebaseerd op de sterk verbeterende positie in Duitsland, de goede marktpositionering, alsook de goede spreiding en kwaliteit van de werkvoorraad, die circa f 10,5 miljard bedraagt, verwacht HBG voor 2000 – onvoorziene omstandigheden voorbehouden – een stijging van de nettowinst met twintig tot dertig procent.

Na het jaar 2000 voorziet de Groep verdere verbeteringen in de Verenigde Staten en met name in Duitsland, zodat voor 2001 en 2002 een aanzienlijke winststijging wordt verwacht van dertig procent per jaar.


Schürmann-complex, Bonn

De rechtbank te Bonn heeft op 14 maart 2000 uitgesproken dat HBG mede-verantwoordelijkheid draagt voor de schade die is opgetreden aan het Schürmann-complex ten gevolge van het buiten de oevers treden van de Rijn in december 1993. Dit complex was oorspronkelijk bestemd als parlementsgebouw. HBG is in september 1997 aangeklaagd door het Duitse ministerie van Bouwzaken, dat van HBG een schadevergoeding verlangt van DM 370 miljoen, vermeerderd met rente.

HBG is van mening dat het vonnis onvoldoende rekening houdt met de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever en gaat tegen de uitspraak in beroep. De rechter heeft de hoogte van de schade nog niet beoordeeld. Dit aspect zal pas aan de orde komen na de beroepsprocedure, die enige jaren zal vergen. HBG schat het schadebedrag aanmerkelijk lager in. Gezien de bestaande verzekering, ziet HBG geen noodzaak een voorziening te treffen en zal bij een eventuele veroordeling tot vergoeding van schade aanspraak maken op haar verzekering.


Resultaat, omzet en vooruitzichten per sector.

De bouwomzet in het Verenigd Koninkrijk steeg tot ruim f 3 miljard [f 2,8 miljard], ofwel 28 procent [27 procent] van de concernomzet, mede vanwege de koersstijging van het Britse pond. Het resultaat nam sterk toe tot f 85 miljoen [f 45 miljoen], hetgeen overeenkomt met een nettomarge van 2,8 procent [1,6 procent]. HBG Construction [utiliteitsbouw, projectontwikkeling en privaat gefinancierde projecten] realiseerde een zeer goede winstbijdrage, mede door de positieve effecten van de eerdere clustering van utiliteitsbouwbedrijven. Nuttall [beton-, water- en wegenbouw] heeft de uitstekende winstbijdrage van voorgaande jaren geëvenaard.

Het Verenigd Koninkrijk zal in 2000 naar verwachting een gematigde economische groei tonen. Het is nog onzeker of het bouwvolume eveneens toeneemt. Vooralsnog rechtvaardigen de ontwikkelingen in de sector utiliteitsbouw de verwachting dat omzet en resultaat van HBG Construction op het niveau van 1999 zullen blijven. Door afronding van de millennium-projecten en de afname van investeringen in de watersector zal Nuttall de recordomzet van 1999 niet kunnen evenaren. Het resultaat blijft van een uitstekend niveau.

In Nederland nam de bouwomzet toe tot f 2,3 miljard [f 2,0 miljard]. Dit stemt overeen met 21 procent [20 procent] van de concernomzet. Het resultaat toonde een sterke verbetering tot f 80 miljoen [f 49 miljoen], oftewel een marge van 3,5 procent [2,4 procent]. De resultaatsverbetering volgt met name uit de uitstekende prestaties van HBG Bouw en Vastgoed in de sector projectontwikkeling, woningbouw en utiliteitsbouw. Ook de resultaten in de civiele sector, waarin HBW en HWZ [beton- en waterbouw, respectievelijk wegenbouw] actief zijn, lagen op een hoger niveau. Het resultaat werd positief beïnvloed door herrekening van de onderhoudsvoorziening werken op basis van de clustering van groepsonderdelen. HBW en HWZ zullen per 1 april 2000 worden samengevoegd tot de groepsmaatschappij HBG Civiel.

In Nederland blijft onverminderd sprake van een gunstig klimaat voor de bouwindustrie. Weliswaar neemt hierdoor buitenlandse concurrentie verder toe, maar de Nederlandse groepsmaatschappijen zullen zeker kunnen profiteren van het hoge investeringsniveau. De gezamenlijke omzet van HBG Bouw en Vastgoed en HBG Civiel zal in 2000 op hetzelfde niveau liggen, alsmede de nettowinst.

De marktomstandigheden in Duitsland blijven zorgelijk en noodzaakten de Duitse groepsmaatschappijen tot een zeer selectief aannemingsbeleid. In lijn met de eerder uitgesproken verwachtingen daalde de omzet in Duitsland tot f 2,1 miljard [f 2,4 miljard], ofwel 19 procent [23 procent] van de concernomzet. Het verlies in Duitsland is in 1999 opgelopen tot f 158 miljoen [minus f 53 miljoen, exclusief f 169 miljoen voor afboeking goodwill].

Het resultaat in de sector utiliteitsbouw werd negatief beïnvloed door verliezen op werken in twee vestigingen van Wayss & Freytag Schlüsselfertigbau; besloten is tot sluiting van de regio Nord/Ost en voor een verdere reorganisatie van regio Mitte/West. Müller-Altvatter en Raulf realiseerden resultaten rond break-even-niveau.

De utiliteitsbouwactiviteiten in Duitsland worden ondergebracht in de nieuw op te richten groepsmaatschappij HBG Bau, waarin drie groepsmaatschappijen – Raulf [opnieuw geconsolideerd], Wayss & Freytag Schlüsselfertigbau en Müller-Altvatter – worden samengebracht. Hierdoor wordt een goede marktpositionering gewaarborgd.

Ook de marktomstandigheden in de civiele sector hebben geleid tot forse verliezen bij Wayss & Freytag Ingenieurbau. Na afsplitsing van de Amerikaanse dochterondernemingen zijn de resterende internationale activiteiten in deze groepsmaatschappij ondergebracht.

HBG verwacht dat de situatie op de Duitse bouwmarkt pas na het jaar 2000 zal aantrekken. De Groep houdt rekening met een verlies van circa f 40 miljoen in 2000. De organisatie is intussen sterk afgeslankt en goed gepositioneerd om optimaal te kunnen inspelen op de verwachte verbetering van de marktomstandigheden. De Duitse groepsmaatschappijen zullen naar verwachting vanaf 2001 aan de winst bijdragen. Deze positieve ontwikkeling draagt significant bij aan de verwachte winstverbetering van de Groep met dertig procent per jaar.

De bouwomzet buiten de drie thuislanden steeg tot f 2,1 miljard [f 1,9 miljard], ofwel 19 procent [18 procent] van de concernomzet. Het resultaat was met f 52 miljoen vrijwel gelijk aan vorig jaar [f 54 miljoen]. Evenals in voorgaande jaren was de winstbijdrage van de Ierse groepsmaatschappij HBG Ascon zeer goed. De HBW-dochterondernemingen Galère en CEI Construct, beide actief op de Belgische markt, behaalden een goed resultaat. Het resultaat van Interbeton was zeer goed. De activiteiten in de Verenigde Staten waren licht positief.

In de internationale markt zijn de vooruitzichten in de Verenigde Staten, Ierland en België zeer goed. Met name in de Verenigde Staten zullen omzet en winst sterk toenemen. De markt voor projecten van Interbeton in vooral Afrika en het Verre Oosten biedt goede kansen.

De omzet van HAM op de wereldwijde baggermarkt is toegenomen tot f 730 miljoen [f 707 miljoen], ofwel evenals vorig jaar 7 procent van de concernomzet. HAM realiseerde een recordwinst van f 105 miljoen [f 70 miljoen]. Het resultaat van 1999 is positief beïnvloed door de voorspoedige oplevering van enkele werken. Met een verwachte nettomarge van circa 11 procent over de omzet in het jaar 2000 blijft HAM de benchmark in de baggerindustrie.

De groei van de wereldhandel stimuleert de ontwikkeling en verbetering van de infrastructuur in kustgebieden. Dit schept een zeer gunstig klimaat voor de baggerindustrie. Op grond van de samenstelling en bezettingsgraad van de vloot, de hoge werkvoorraad en de goede marktvooruitzichten verwacht HAM in de komende jaren een zeer goed resultaat te behalen.

HBG rangschikt de activiteiten van Tebodin [consultancy en engineering] en HCG [procesinstallaties en apparatenbouw] onder industriële activiteiten. De omzet van de Groep in deze sector nam in 1999 toe tot f 630 miljoen [f 595 miljoen]; evenals het voorafgaande jaar circa 6 procent van de concernomzet. De winst op de industriële activiteiten steeg tot f 18 miljoen [f 7 miljoen], ofwel een marge van 2,8 procent [1,3 procent].

In de industriële sector ziet Tebodin mogelijkheden om omzet en resultaat verder te doen toenemen. Op grond van de orderportefeuille en organisatorische aanpassingen [diversificatie en specialisatie in de regionale vestigingen, alsmede extra aandacht voor hoogwaardige producten en diensten] verwacht HCG een hogere omzet en verbetering van het resultaat.

Met ingang van het verslagjaar 1999 zijn de Duitse projectontwikkelingsactiviteiten verantwoord onder de post Overige. De projectontwikkelingportefeuille wordt in hoog tempo afgebouwd. Deze activiteit is verliesgevend, maar zal naar verwachting in de komende jaren sterk verbeteren.

Nadere informatie: Drs. A.C. Pronk, HBG Public Relations, telefoon 070 3722121.