Rechtbank Bonn houdt HBG mede verantwoordelijk voor schade Schürmann-complex

De rechtbank te Bonn houdt HBG mede verantwoordelijk voor de schade die is opgetreden aan het Schürmann-complex ten gevolge van het buiten de oevers treden van de Rijn in december 1993. Dit complex was oorspronkelijk bestemd als parlementsgebouw.

HBG is in september 1997 aangeklaagd door het Duitse ministerie van Bouwzaken, dat van HBG een schadevergoeding verlangt. HBG zal naar verwachting – na ontvangst en bestudering van het schriftelijke vonnis – over enkele weken besluiten tegen deze uitspraak in beroep te gaan, omdat het vonnis naar de mening van HBG onvoldoende rekening houdt met de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever.

De rechter heeft nog geen uitspraak gedaan over de hoogte van de schade. Dit aspect zal pas aan de orde komen na de beroepsprocedures, die geruime tijd zullen vergen. Overigens zal HBG bij uiteindelijke veroordeling tot vergoeding van schade aanspraak maken op haar verzekering.

HBW Beton- und Wasserbau GmbH – een dochteronderneming van HBG – heeft in opdracht van de Duitse overheid middels meerdere bouwcombinaties het complete keldercomplex voor het Schürmann-gebouw gerealiseerd. Met deze opdracht was een aanneemsom gemoeid van DM 128 miljoen. Deze onderbouw is in twee afzonderlijke deelcontracten uitgevoerd, die eind 1992 en in de loop van 1993 zijn opgeleverd. HBG heeft zich altijd op het standpunt gesteld dat vanaf de oplevering de verantwoordelijkheid voor het verdere beheer bij de opdrachtgever berust.

De Duitse rechter in eerste instantie is van mening dat de schade is veroorzaakt door het ontbreken van een betonnen waterkering over een lengte van dertig meter. De rechter is verder van mening dat HBG niet in het bewijs is geslaagd dat de opdrachtgever bekend geweest is met het ontbreken van de waterkering.

Nadere informatie: drs. A.C. Pronk, HBG Public Relations, telefoon 070 3722121.