Uitgifte preferente aandelen Hollandsche Beton Groep nv

De Raad van Bestuur van HBG, Hollandsche Beton Groep nv, deelt mede dat op 27 februari 2000 de te Rijswijk gevestigde stichting 'Stichting HBG' heeft besloten het haar door de vennootschap bij overeenkomst d.d. 17 augustus 1997 verleende recht tot het nemen van beschermingspreferente aandelen in de vennootschap, uit te oefenen.

Per 27 februari 2000 zijn bij Stichting HBG geplaatst 34.588.280 beschermingspreferente aandelen HBG. De uitgegeven beschermingspreferente aandelen, elk nominaal groot f 2,-, luiden op naam. De uitgifte is geschied a pari onder de verplichting tot storting in geld van 25 procent van de nominale waarde. Stichting HBG bezit na deze uitgifte 50% in het totale uitstaande aandelenkapitaal van de vennootschap.

Stichting HBG heeft medegedeeld dat aanleiding tot het uitoefenen van voormeld recht voor haar is geweest, dat HBG met Koninklijke Boskalis Westminster nv – voorafgaand aan het door Boskalis op 25 februari 2000 gepubliceerde voornemen een bod uit te brengen op de aandelen Hollandsche Beton Groep nv – in langlopende gesprekken niet tot overeenstemming kon komen over de wijze waarop vorm kan worden gegeven aan een samengaan van beide vennoot-schappen en dat, alles afwegende, bescherming van HBG onder de huidige omstandigheden noodzakelijk is.

Het Bestuur van Stichting HBG wordt gevormd door de heren mr. P.J.H. Jonkman, prof. dr. C.J. Oort, mr. O. Hattink,

mr. B. Baardman en drs. H.H.F. Wijffels.

De beschermingspreferente aandelen hebben direct na uitgifte stemrecht. De beschermings-preferente aandelen zijn cumulatief deelgerechtigd in de winst. De aandelen zijn in de winst over het jaar 2000 pro rata deelgerechtigd.

De overeenkomst van 11 augustus 1997, waarbij Stichting HBG het recht werd verleend beschermingspreferente aandelen HBG te nemen, heeft in 1997 ter inzage gelegen voor aandeelhouders en is gesloten met instemming van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in onze vennootschap van 16 mei 1997.

De Raad van Bestuur van HBG heeft kennisgenomen van het besluit van Stichting HBG en beraadt zich op de reactie op het door Boskalis voorgenomen openbaar bod binnen de gestelde termijn van zeven dagen, als bedoeld in artikel 4 lid 2 van de SER Fusiegedragsregels.

Voor de goede orde wordt opgemerkt dat dit bericht niet een openbaarmaking is van een door STE gecontroleerde WMZ-melding en dat derden voor de WMZ 1996 openbaarmaking door de STE verzorgde publicaties dienen te volgen in een landelijk verspreid nieuwsblad.

Nadere informatie: drs. A.C. Pronk, HBG Public Relations, telefoon 070 3722121.